Onderzoek ULB becijfert kost dakloosheid en herhuisvesting
Brussel ; 28 september 2022
Ergens tussen 30.000 en de 85.000 euro per jaar per persoon; zoveel bedraagt, volgens de onderzoeksgroep DULBEA van de ULB, de maatschappelijke kost van dakloosheid. Dakloze mensen alvast herhuisvesten, zou een min of meer vergelijkbaar kostenplaatje meebrengen. Het is de eerste keer in het Brusselse Gewest dat de kostprijs van de opvang, begeleiding en herhuisvesting van dakloze mensen in kaart werd gebracht. Dit stelt het overheidsbeleid ter discussie: zetten we in op louter probleembeheersing of op echte oplossingen?
Brussel kent reeds een jarenlange traditie van “daklozentellingen”. Daardoor weten we dat tussen 2008 en 2020 het aantal dak- en thuisloze mensen met maar liefst 208% is toegenomen. Bij de laatste telling, in november 2020, ging het om 5.313 mensen. Maar tot nog toe had niemand becijferd hoeveel deze problematiek aan de samenleving kost.
DULBEA, het departement voor toegepaste economie van de Franstalige universiteit van Brussel (ULB) raamde in opdracht van de organisaties “Recht-op-een-dak” en het “Syndicat des Immenses” de kosten van thuisloosheid en de kosten van herhuisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De studie ontwikkelde een simulator om de kost van een dakloze persoon te berekenen, afhankelijk van zijn gebruik van diensten. De studie belicht ook de oplossingen die de sector ontwikkeld heeft om dakloze mensen te helpen en met name de Housing First-methodologie. Vermits al enkele jaren blijkt dat het Housing First-model een van de meest veelbelovende oplossingen is om dakloze mensen duurzaam uit de straat te helpen, onderzocht DULBEA ook de kostprijs van deze piste. Het Housing First-model verschilt van de traditionele trapsgewijze modellen, in die zin dat permanente huisvesting niet langer de laatste stap is in een lang re-integratieproces, maar net de eerste stap wordt, met daaraan gekoppeld de nodige begeleiding.
De resultaten suggereren dat “het niet meer kost om alle dakloze mensen te herhuisvesten”, vergeleken met de huidige situatie waarbij ze een beroep moeten doen op allerlei diensten.
Kostprijs dakloosheid versus kostprijs permanente huisvesting
DULBEA bracht achttien verschillende kosten in kaart die verband houden met thuisloosheid. Van twaalf daarvan konden ook daadwerkelijk ramingen gemaakt worden, voor de andere kon dat niet bij gebrek aan beschikbare gegevens. De eigenlijke berekening werd gemaakt op basis van twee verschillende methodes.
Bij een eerste methode, komt DULBEA tot een kostprijs van 41.167,78 euro per dakloze persoon per jaar. Het gaat dan om de verrekening van kosten voor het gebruik van noodopvang, dagopvang, onthaalhuizen en straathoekwerk, OCMW-hulp, gezondheidszorg, juridische diensten en geschatte verliezen van overheidsinkomsten.
Volgens een tweede methode, schommelen die kosten tussen 40.000 en 52.000 euro per jaar per dakloze persoon, afhankelijk van het min of meer intensieve gebruik van de diensten.
Omdat niet alle dakloze mensen eenzelfde traject lopen, waardoor de kosten sterk kunnen verschillen van individu tot individu, werkten de onderzoekers ook vier “profielen” uit, afhankelijk van hun gebruik van de diensten in functie van hun leeftijd, situatie en psycho-medisch profiel. Die analyse toont aan dat de kosten kunnen variëren van 30.000 euro tot 85.000 euro per persoon, naargelang het gebruik dat wordt gemaakt van de diensten.
Op basis van verschillende variabelen qua woningtype (sociaal of privé), vervangingsinkomen, en de frequentie van het gebruik van dagdiensten en de intensiteit van de begeleiding, kwamen de onderzoekers tot een kost die varieert van 33.000 tot 70.000 euro per jaar per persoon om hen effectief uit de straat te halen.
Beperkingen van de studie
Hoewel deze analyse een objectief beeld schetst van de kosten van dak- en thuisloosheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de kosten van herhuisvesting, heeft ze ook een aantal beperkingen.
Enerzijds konden verschillende kosten niet worden geraamd: straathoekwerk, vrijwilligerswerk, voedselhulp, politie-interventies, inrichting en onderhoud van de openbare ruimte, het verlies aan overheidsontvangsten uit gemeentelijke en regionale belastingen, transitaccommodatie, verblijf in ontwenningsklinieken en verloren levensjaren. Daardoor zouden de totale kosten van het dienstgebruik enigszins worden onderschat. Ook de kosten van preventie zijn niet gekwantificeerd, hoewel preventie noodzakelijk is om verdere dakloosheid te voorkomen.
Bovendien is het in de studie beoogde herhuisvestingsscenario gebaseerd op de veronderstelling dat mensen met een onzekere verblijfsstatus (migranten zonder papieren, enz.) ook toegang zouden hebben tot een vervangingsinkomen en tot huisvesting (met inbegrip van sociale huisvesting), wat momenteel niet het geval is en ook niet het geval zal zijn zolang de kwestie van de regularisatie van migranten zonder papieren niet is opgelost. Hetzelfde scenario is gebaseerd op de veronderstelling dat een aanzienlijke hoeveelheid kwalitatieve en duurzame woningen beschikbaar worden gesteld voor dakloze mensen – wat momenteel niet het geval is. Bovendien wordt geen rekening gehouden met het feit dat sommige mensen door hun keuzevrijheid de aangeboden hulp kunnen weigeren. Ten slotte worden de kosten van herhuisvesting berekend door voor elke herhuisvestte persoon een vervangingsinkomen in aanmerking te nemen. Het huidige Leefloon is als basis genomen, maar dit is wellicht niet voldoende om de huisvesting in stand te houden in het licht van de huidige inflatie en energiecrisis.
Bovendien kan de studie de evolutie in het gebruik van diensten niet weergeven, maar blijft ze beperkt tot gemiddelde ramingen. Naargelang mensen korter of langer op straat verblijven, en naargelang de ernst van hun onderliggende problematieken, kunnen kosten toenemen of dalen na verloop van tijd. Bovendien berekent deze studie een gemiddelde kostprijs, maar de verschillende situaties en de invloed daarvan op de kosten, brengt ze niet nauwkeurig in kaart. Meer specifiek kan leven op straat schadelijke effecten hebben op korte of langere termijn, afhankelijk van hoe lang de persoon in kwestie op straat heeft doorgebracht.
De kosten voor herhuisvesting kunnen beduidend lager uitvallen voor dakloze mensen die slechts enkele dagen of weken op straat hebben geleefd.
Verdienste
De studie heeft als verdienste voor het eerst de kostprijs van dakloosheid in het Brussels Gewest in kaart te brengen. Vele van de in rekening gebrachte diensten, zijn gericht op het beheersen van de problematiek door noodopvang, gezondheidszorg of administratief-juridische bijstand beschikbaar te maken.
Binnen het schema van het Housing First-model, is het verschaffen van huisvesting een sine qua non voor de oplossing van het probleem, zowel voor de individuele persoon als voor de algemene situatie, op zijn minst voor wat betreft dakloze mensen met verblijfsrecht in België. Deze studie toont aan dat alvast budgettair gezien, een beleid van herhuisvesting niet duurder uitvalt dan het eenvoudig beheren van de situatie.
Opdrachtgevers
Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van Droit à un toit/Recht op een dak en Syndicat des immenses en gefinancierd door Brussels Studies Institute, Bruss’Help, OCMW Brussel Stad, DIOGENES, DoucheFLUX, Droit à un toit/Recht op een dak, Dune, Escale, Fédération des services sociaux, Fédération Bico, Habitat et Humanisme, Infirmiers de rue, New Samusocial, Les Samaritains, Syndicat des immenses, Younited en twee anonieme burgers, en ondersteund door een begeleidend comité, bestaande uit Nicolas Bernard (USaint-Louis), Étienne de Callataÿ (econoom), Philippe Defeyt (econoom), Laurent Demoulin (DIOGENES), Laurent d’Ursel (secretaris en vertegenwoordiger van de twee initiatiefnemende organisaties), Marjorie Lelubre (Crebis), Céline Nieuwenhuys (Fédération des Services Sociaux), Louise Paquot (Bruss’Help), Véronique van der Plancke (Federatie van Sociale Diensten), Sarah Van Gaens (Bruss’Help), Adrienne Van Vyve/Koen Van den Broeck (Straatverplegers), Martin Wagener (UCLouvain).
Meer informatie en contact:
· Een executive summary van de studie is hier beschikbaar
· De volledige tekst van de studie is beschikbaar op eenvoudige aanvraag
· Perscontact: Laurent d’Ursel, 0471 41 10 08, laurent.dursel@doucheflux.be